Startpagina | LINKS | CONTACT

13 April 1945

Vrijdagmiddag 13 April 1945

Ik ben gisteren naar Apeldoorn gegaan, dat leek me het verstandigste nu dat het gevaar dichterbij komt, want Cisca en Dina zitten ook maar alleen met de kinderen en zoo zijn we in geval van nood bij elkaar en ze waren maar wat blij toen ik er was.
De geruchten gaan dat de Canadezen nog enkele kilometers van Apeldoorn afzitten en heel Apeldoorn, wij incluis, zit in een geweldige en tevens angstige spanning. Ieder ogenblik verwachten we dat het zal losbarsten.
Ik heb gisteren van Nijbroek naar hier herhaaldelijk moeten schuilen voor het gevaar uit de lucht. Het minste wat twijfelachtig is op straat, wordt beschoten. Een honderd meter van me af doken een paar jagers naar beneden en beschoten een auto, twee Duitschers werden gewond.
En nu ben ik hier bij Cisca en Dina in afwachting. Ik heb de kelder in gereedheid gebracht, heb hier nog een stuk boomstam gevonden en daar heb ik de kelder mee gestut, had er niet meer, anders had ik er meer onder gezet en voor de rest het allernoodzakelijkste er in gebracht.
Zoo zijn hier de meeste menschen bezig, om zich zoo veel mogelijk te beveiligen voor hen en hun naasten.
Al het manvolk, vertellen ze hier, juist tusschen 15 en 55 jaar, wordt van de straat afgehaald om munitie te lossen.

Oom Benny is weer lopende naar Den Haag vertrokken, omdat één hele grote familie niet één heel klein nietig mensje wat eten gunde. Met z’n allen had het gegaan. Maar Dina alleen kon het ook niet bolwerken, jammer dat ik hem niet meer gesproken heb, als een wrak kwam hij hier aan en als hij het ooit haalt, zal hij als een nog groter wrak in Den Haag terug keren. Die familieleden die de kelder nog behoorlijk gevuld hebben en hem hebben teruggestuurd, hebben een grote verantwoordelijkheid op zich geladen en ze moesten zich de ogen uit hun hoofd schamen.