13 April 1945 avond
Vrijdagavond half tien 13 April 1945
We zitten in de kelder, het vuren is begonnen, waarschijnlijk licht- en wat zwaar geschut. Ook de buurvrouw en haar man met kind zijn bij ons. De drie kinderen liggen op een noodbed en wij zitten er om heen. Het is een ruimte van ongeveer 2 bij 3 meter onder de huiskamer. Via een luik in de huiskamer een trap afgaande kom je de kelder in, het luik kun je boven je hoofd weer sluiten. Het is een pracht schuilplaats voor rondvliegende scherven, maar ik moet niet aan wat anders denken, want dan wordt het een grafkelder. Zoo zit je hier opgesloten. Aan de andere kant van het luik is een schuin gemetselde opening, dat schuin omhoog naar buiten voert. In geval van nood zou ik de kinderen er door naar buiten kunnen werken en misschien onszelf ook nog, maar dat zal niet meevallen.
Ik zit bij een klein nachtpitje, een accu van de buurman te schrijven, heb het boek er boven op liggen, anders zie ik niets.
Wij en heel Apeldoorn zitten in angstige spanning en wachten af, je kunt de granaten nu en dan horen gieren, ik eindig voorlopig.
Kwart over elf
Granaten hebben over ons hoofd gevlogen, de explosies hoor je soms voor je en soms achter je, maar zeker weten doe je niets, want hier in de kelder weerkaatst het geluid zich erg, zoodat je nog al gauw je kunt vergissen.
Op het ogenblik is het weer rustig, dus maar afwachten!