13 Maart 1945
Dinsdagavond 13 Maart 1945
Ben vanmiddag nog eens de boer op geweest en heb het nog eens geprobeerd, maar het wordt steeds hopelozer, want het loopt storm van trekkers die overal vandaan komen. En de kleine boeren raken uitgegeven en de grote doen alsof, maar bij die ben je alleen nog maar welkom als je met goud betaald.
Ik heb gebedeld om aardappelen en ben toch blij dat ik 3 Kg. van die kleine aardappeltjes op de kop getikt heb. Ik kwam bij een grote boer, vroeg om een stuk of 5 aardappelen, die kon hij niet missen, rogge had hij allemaal weggegeven, melk had hij net de laatste liter verkocht. Toen vroeg ik, omdat er zoveel kippen liepen, om één of twee eieren, onwillig liep hij eens even naar binnen om te kijken, maar kwam terug met de boodschap dat hij net het laatste ei uitgegeven had. Maar ik durf te wedden dat daar de laatste weken geen mensch iets gehad heeft.
En dan de ééne boer heeft een briefje op de deur van: hier wordt niet gegeven. De andere: wij zijn uitgegeven. Weer een andere: wij geven niet en ruilen niet of wegens diefstal wordt hier niets verstrekt. En zoo kan ik nog wel even doorgaan, want er zijn er velen die zoo een bord aan de weg of op de deur hebben staan, met één of ander Psalm er op, maar daar kunnen de menschen niet van leven en dergelijke spreuken lees je gewoonlijk alleen bij de grote boeren, die alleen maar geven als ze er beter van worden. Maar dat neemt niet weg dat het erg ontmoedigend is voor al die menschen die gedwongen worden de boeren af te lopen, omdat thuis de muizen dood voor de kast liggen.
Morgen zal ik eens voor de middag proberen en dan vroeg, dan kunnen de boeren in ieder geval niet zeggen, je bent de 50e al vandaag.