16 November 1944
Donderdag 16 Nov. 1944
’t Is ruim 14 dagen later en ben vandaag weer naar Apeldoorn komen lopen. Een heel eind en toch een mensch schijnt toch overal aan te kunnen wennen. Ik vind het nu heel gewoon een 10 Km. Te lopen. Daar moest je voor de oorlog om komen, zoo iets werd alleen gedaan op Hemelvaartsdag, dauwtrappen noemden ze dat dan nog. Alleen door de “sportman” de rest deed het wel op de fiets.
Dit keer zou ik hier een week blijven als er niets onvoorziens gebeurt. In Nijbroek is het wel wat saai, ze wonen daar nog al wat achteraf, buiten de kom van het dorp. Maar de menschen zijn reuze goed voor me, veel melk iedere dag en goed middageten, fruit, wat doe ik eigenlijk nog in Apeldoorn, ik merk in Nijbroek niets van de oorlog, kom ’s morgens om een uur of 10 op en ga om 9 uur weer naar bed. Doe nog al eens wat boodschappen voor tante Anna bij andere boeren uit de omgeving en meestal drink daar dan ook weer melk, onafgeroomde nog wel, want ze kennen me daar niet anders als Jo uit Eindhoven, de patiënt van Berends.
Is het te verwonderen dat ik persoonlijk ondanks de beroerde tijd nog steeds dikker word. En die menschen in Nijbroek wilden me daar perse voor niets houden zoo lang als het duurt. We trekken nu 14 gulden per week van het Gemeentelijk armbestuur in Apeldoorn, wat we dan later weer terug moeten betalen, van m’n ziekengeld in Eindhoven. En nu heb ik na lang aanhouden bij de fam. Berends gedaan gekregen, dat ze 5 gulden per week van me aannemen als tegemoetkoming, nu heb ik het idee toch dat ik niet helemaal voor niets ben, 5 gulden en dat in deze tijd in het jaar 1944.
Ik heb van de week 60 pond rogge op de kop getikt, bij bevriende boeren van Berends. Ze hadden daar gedorscht en toen ben ik er maar op af gegaan, in Apeldoorn kunnen ze het goed gebruiken. Nu heb ik die rogge in Nijbroek bij een bakker gebracht en nu kan ik daar 8 weken lang iedere week een roggebrood halen van 8 pond, ik moet zien dat ik nog wat meer op de kop tik, in Apeldoorn hebben ze het hard nodig.
Het leven is hier in Apeldoorn iets gewijzigd, de kaarsen zijn op en nu gaan we iedere avond een uur of 6 naar de fam. Vlottes, de ouders van Dina die hier ook in de buurt wonen, naar opoe Marietje zeggen de kinderen, daar hebben ze accu licht. Jo Vlottes laat van tijd tot tijd de accu bijvullen en zoodoende hebben ze daar nog vrij regelmatig licht, zelfs nog wat beter als van een kaars, wat een weelde he! En omdat we om om 8 uur niet meer op straat mogen komen, blijven we daar dan ook de nacht over vanwege de spertijd.
Voor de rest gaat het nog niet hard. Zeeland is vrij, Moerdijk gevechten en onze bondgenoten hebben een offensief bij Helmond ingezet, het gaat niet meer zo vlug als in België. Kerstmis nadert al, ik had altijd nog goede hoop dat we dan weer in Eindhoven zouden zijn, maar begin nu toch te twijfelen.
Kom, ik moet eindigen want ze staan vol ongeduld op me te wachten om naar de Hoogstraat te gaan.