19 Februari 1945
Maandagavond 19 Februari 1945
Toen ik Zaterdag in Apeldoorn kwam, was tante Jans er ook, uit Den Haag. Ze was met een nichtje van Oom Benny (haar man) met fietsen zonder banden, op de blote velling vertrokken. Verschillende malen hebben ze bij fietsenmakers van wielen moeten verwisselen, omdat ze er onderweg door zakten. Wielen is nog wel aan te komen, als je er goed voor betaald. Maar banden is een ongekende weelde, het zou ook niet aangeraden zijn, met goede banden op weg te gaan, want de moffen of landwachters zouden je zoo de fiets afgenomen hebben. (dievenbende).
Onderweg hebben ze nog hele einden moeten lopen, voordat ze weer bij een bereidwillige fietsenmaker kwamen.
Uitgehongerd kwamen ze hier aan een Donderdag en zijn Vrijdagmorgen weer op hun wankele fiets gestapt, als doel Overijssel, om te proberen wat eten te bemachtigen, altijd maar weer eten.
Van honderden kilometers ver komen ze, lopende, met kinderwagens, op gammele fietsen, met slechts dit ééne doel, voedsel.
En velen die van huis gaan komen niet terug, bezwijken onderweg en de rest gaat verder . . . honger.
Zaterdag kwamen ze terug, het laatste eind weer gelopen, omdat er weer een wiel was gesprongen. In de buurt van Lochem zijn ze geweest.
Maar wat ze opgehaald hadden was niet veel, ieder 10 pond rogge en een paar eieren. Het is toch wel treurig als ze daar mee naar Den Haag terug moeten. Het loont de moeite niet, want dat hebben ze in een paar dagen op en wat dan!
Ze waren zoo uitgehongerd dat ze ieder wel flink konden eten, geen wonder als je in Den Haag van 1 Kg. Bloembollen moet leven en dan nog voor f 6,75.
Ik heb tante Jans nog 10 pond rogge en 7 eieren gegeven, ik hoop dat de andere familie die het kunnen doen, ook een kleinigheidje geeft, als ze morgen terug gaat, alle beetjes helpen.
Ik kreeg van haar nog 9 gulden in zilvergeld, 2 rijksdaalders en 4 gulden. Ik heb ze in dankbaarheid aangenomen, misschien kan ik er bij de boeren nog mee terecht.
En Oom Benny zit met smart te wachten, vertelde tante Jans, maar als zij terug was, mocht hij z’n eigen eens dik eten. Ze heeft ook nog een buil met tarwe van fam. Berends gehad.
Morgenvroeg gaan ze terug, Oom Jo heeft aan hen een paar wielen geholpen, hoever zullen ze er mee komen, voordat de ellende weer begint?
Gerard Vlottes heeft een droom gehad, hij vertelde me gisteravond als dat 23 Maart de oorlog afgelopen zou zijn, hij had het ten stelligste gedroomd. Nu ik hoop dat hij gelijk krijgt en dat ditmaal dromen is geen bedrog zal zijn. Maar hij zal er zelf ook wel aan twijfelen, want hij was niet eens in een jubelstemming.
Dina heeft eens een keer een bericht van Tinus gehad, (uit Duitsland) hij maakt het goed en krijgt ook tamelijk goed te eten, maar hij verlangt vanzelfsprekend hard naar huis. Ze kreeg een heel pak briefkaarten tegelijk, allemaal die achtergebleven waren.
Tante Marie is ook flink ziek geweest, ze had haar halve gebit laten trekken vanwege de aanhoudende kiespijn, en nu heeft dat een 20 uur aan een stuk gebloed. Ze is opgenomen in het ziekenhuis, om het bloeden te stoppen. Ze was er maar net of het hield op. Ze is weer thuis en moet rusten, aansterken wegens bloedverlies, je kunt het aan haar zien hoor, ze ziet er slecht uit. Maar iedereen brengt een kleinigheid voor haar mee, hetzij een ei, beetje pap of soep en zoo zal ze wel weer aansterken hopen we.
Woensdagmorgen ga ik weer naar Apeldoorn, ik wil het nog eens proberen op het Consultatiebureau.
Men beweert dat ze in Eindhoven 40 cigaretten en rijst en goede thee krijgen!
Ik heb vandaag een maaltje spruitjes gejat, van een stuk grond wat in eigendom van de weermacht was. In Apeldoorn lusten ze die moffenspruitjes wel.