22 December 1944
Vrijdag 22 December 1944
Zit hier weer bij een stompje kaars te schrijven, daaruit is het te begrijpen dat ik weer in Apeldoorn ben.
Nu ik moet zeggen, dat ze wel goed voor me zijn. Toen ik hier binnenkwam stonden de suikerbieten op de kachel te pruttelen, ze wilden me eens tracteren. Ja ze gaan stroop maken, ruim een dag werk zit er aan en het resultaat is hoogstens de man 2 sneetjes brood met van dat vocht, wat ze stroop noemen, een extraatje voor de Kerstdagen!
Vandaag zijn hier de bonnen uitgekomen 125 gram vleesch, 40 gr. olie, 50 gr. vleeschwaren, 1400 gr. brood en weer geen boter en dat zijn de rantsoenen voor Kerstmis.
Van die boer uit Nijbroek had ik een stukje vleesch gehad, dus dat maakt al weer veel goed en dan hebben we nog dat tarwebrood, dus hebben we nog niet te klagen.
Dan hebben we evacuees uit Arnhem het nog heel wat slechter, die zijn alleen op de gaarkeuken aangewezen en de uitgekomen bonnen moeten ze daar nog inleveren ook. Eerst was het een liter, maar dat is al weer teruggelopen op ¾ liter, plus die paar sneetjes brood, dat is alles.
De gaarkeukens worden overstroomt, de menschen worden gedwongen, Dina en Ciska doen er sinds een paar weken aan mee. Nu ik kan dat eten haast niet weg krijgen, wat heb ik het in Nijbroek dan toch goed.
Cigaretten zijn er niet meer uitgekomen en die verwacht ik ook niet meer, maar ik snak wel naar een goed cigaretje, ben nu aangewezen op een klein beetje eigenteeld, ’t is toch nog wat!
Opa heeft Ciska een paar zolen en hakken onder de schoenen geslagen, voor dat pakje cigaretten wat ik tegoed had, 5 dagen heeft ze er op gelopen, toen was ze er weer door, papieren zolen, maar daar zal hij ook wel niets aan kunnen doen, zal wel niet beter gehad hebben. En nu weer naar de Hoogstraat, ons nachtlogie’s!