28 Februari 1945
Woensdag 28 Februari 1945
Er komt steeds meer volk op de weg, de menschen moeten er op uit, al is het maar voor een boterham. En zoo als het er op het ogenblik bijstaat valt het voor de boeren, d.w.z. de kleine boer ook niet mee, grote boeren geven op een enkele uitzondering al lang niet meer.
Ik ben er vandaag ook op uit geweest, maar je moet uitkijken en slim zijn, wil je nog een paar eieren, wat rogge of een Kg. aardappelen los krijgen en daar heb ik gelukkig niet over te klagen. En maar aanhouden, desnoods zeggen dat je vrouw of kind ziek is, (het doel heiligt de middelen), dan kun je een boer of boerin nog wel eens vermurwen.
Tevens is het uitkijken dat er geen andere trekkers in de buurt zijn, want het gebeurt herhaaldelijk als je eindelijk een boer overgehaald hebt, dat er weer andere trekkers bij komen en dan zegt zoo’n boer: Nou kan ik er niet meer aan beginnen, want dan moet ik hun ook wat geven, onnodig te vertellen dat je zulke menschen (trekkers) op dat moment wel dood zou kunnen kijken. De meeste trekkers komen van verre en blijven bij de boeren in het hooi overnachten. Veel zijn er bij die ook weer misbruik maken van de goedheid van zoo’n boertje.
Hier kwam van de week bij een kennis van Berends een paar trekkers vragen of ze mochten overnachten, nu dat was dan goed, eerst kregen ze nog brood ’s avonds met thee. Toen werd een bed voor ze opgemaakt op de deel, alles wat beschikbaar was, dekens en dergelijk werd hun gegeven en konden ze gaan slapen. ’s Nachts moest de boer er uit om naar de kleine jongen te kijken en daarvoor moest hij over de deel, hij had nauwelijks een paar stappen gedaan, of hij trapte om het op z’n plat Hollands te zeggen, in de stront, dat was niet alles, maar het lag overal vol, die lui hadden hun behoefte maar zoo van zich af gedaan. Er was wel één aan de diaréé, maar de w.c. was bij de hand en daar waren ze te beroerd voor. Hij heeft ze ’s morgens wakker gemaakt en op hun smeerlapperij gewezen, maar ze trokken zich er weinig van aan en ze hebben het ook niet opgeruimd. Hij heeft ze zonder eten de deur uitgejaagd. En zulke gasten kun je ook treffen, maar het ergste is, die bederven het voor een ander.
Vandaag is de IJsellinie voor het laatst open geweest voor trekkers, niemand kan er meer over om voedsel, en daar haalden ze nog heel wat weg, al waren er dagen mee gemoeid.
De mof zal wel bang zijn dat hij van daaruit niet genoeg naar het Herrenland kan slepen, al zou het de laatste aardappel zijn die we hier hadden. En zoodoende wordt het in Gelderland veel drukker nu ze de IJsel niet meer over kunnen, want 4 provincies zijn nu gesloten gebied, ook de afsluitdijk is afgesloten.