Sophiapark nrs. 1 tm. 17 (oneven)

Ontstaan van het Sophiapark. In 1874 kocht de projectontwikkelaar en steenfabrikant, Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt (1837-1901) het landgoed ‘De Pasch’ en verkavelde de landerijen er omheen voor de aanleg van een villawijk. Hij liet het Oranjepark aanleggen om de verkoop van percelen en villa’s aantrekkelijker te maken. Het park en de wegen schonk hij aan de gemeente. Ook de landerijen tussen het landgoed ‘De Pasch’ en het net aangelegde station (1876) waren in eigendom van Van der Houven van Oordt. Hij ontwikkelde ook dit gebied en liet de Stationsstraat en een brug over de Grift aanleggen. Tegenover het station liet hij ook weer een park maken dat hij schonk aan de gemeente. De kavels er omheen verkocht hij voor weer een villawijkje. De kopers van de kavels werden gelijk verplicht om de benodigde bakstenen af te nemen van de steenfabrieken waar Van der Houven van Oordt eigenaar van was. De Amsterdamse architect Adam Antonius Maria Beretta (1849-1892) kocht in 1879 het grootste perceel waarop hij uit eigen middelen negen villa’s bouwde. Vijf villa’s aan de Stationsstraat en vier villa’s direct aan het park. Aan de noord- en oostzijde van het park kwamen nog acht wat kleinere villa’s waarvan de percelen door diverse aannemers en een particulier werden aangekocht. Zeer waarschijnlijk kwamen de ontwerpen van deze huizen van de bouwondernemer Casparus Emming (1824-1899) die aan de Stationsstraat 11 woonde. Voor 1875 woonde en werkte hij in Arnhem en Zutphen. Hij is begonnen in Apeldoorn als aannemer van de HBS aan de Jhr. mr. G.W. Molleruslaan en heeft daarna diverse villa's gebouwd aan o.a. de Paslaan, Regentesselaan, Deventerstraat en Stationsstraat. Volgens een krantenartikel zou Emming een vriend van Van der Houven van Oordt zijn. Waarschijnlijk heeft de timmerman/aannemer Henderikus Mouw (1851-1911) de acht panden (oneven huisnrs.) gebouwd. Op 15 maart 1881 gaf de Raad van B&W het de naam ‘Sophiapark’. Genoemd naar koningin Sophia Frederika Mathilda, prinses van Württemberg (Stuttgard, 1818 – Den Haag, 1877). Zij was de nog niet zo lang geleden overleden (1e) vrouw van koning Willem III. Begin jaren '50 werd het park bestraat en ingericht als busstation van de Veluwse Autobus Dienst (V.A.D). Op één villa na is alle oorspronkelijke bebouwing verdwenen, alleen de villa Sophiaplein 2 bestaat nog, zij het in erbarmelijke staat en zal hoogstwaarschijnlijk ook gesloopt gaan worden. Een hardstenen bank in het Oranjepark herinnert nog aan Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt. Deze monumentale bank werd in 1892 door de V.V.V. geschonken als dank voor wat Van der Houven van Oordt voor Apeldoorn betekend heeft. |
Schenking park en wegen aan de Gemeente Apeldoorn. Raadsvergadering 31 januari 1879: De projectontwikkelaar Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt draagt kosteloos over aan gemeente G4010, bestaande uit wandelpark en verharde wegen, onder voorwaarde dat het bedoelde terrein bestemd zal blijven voor publieke wandelplaats. De architect A.M. Beretta moest het aansluitende terrein met villa’s bebouwen. Overdracht op dezelfde voorwaarden als destijds bij het Oranjepark is geschied. 19 maart 1879, goedgekeurd door G.S. Akte van 22 april 1879: H.C. Van der Houven van Oordt draagt over aan gemeente Apeldoorn G4010 (het Sophiapark). De gemeente Apeldoorn is verplicht; het stuk grond voortdurend in goeden staat te onderhouden, hetzelve niet aan zijn bestemming als openbare wandelplaats te onttrekken en er derhalve niet op te bouwen, nog te dulden of toe te staan dat er op gebouwd wordt. |
![]() |
Kadasterkaart met in het midden de negen villa's van architect Beretta (4497 t.m. 4505). Rechts en onder, de acht villa's van Emming. |
Sophiapark 1
Oude huisnummers: DD 163 - D 231 - D 53/18
Bouwjaar: 1881
Architect: (waarschijnlijk) Casparus Emming
In 1881 kocht de in Apeldoorn geboren timmerman Lodewijk Wegerif (1849-1919) een stuk bouwgrond van de projectontwikkelaar Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt. Dit waren twee kavels die kadastraal bekend stonden als G 4406 en G 4407. Alleen kavel G 4407 werd bebouwd en werd daarna G 4496*. Kavel G 4406 werd tuin. Lodewijk Wegerif verkocht dit huis in 1882 aan Martinus Ernestus Hoffman Tjaden.
Bewonersgeschiedenis:
1882-1906
De eerste bewoners kwamen op 15 juni 1882 vanuit Vlaardingen. Het waren de in Groningen geboren Martinus Ernestus Hoffman Tjaden (1832-1906) en zijn in Zwolle geboren vrouw, Cornelia Buijsman (1835-1906). Inwonend was zijn in Wijhe geboren nicht, baronesse Adolphine Caroline Bentinck (1852-1916). Hoffman Tjaden was gepensioneerd en voorheen apotheker geweest in Vlaardingen.
Hij had diverse panden in eigendom waaronder Sophiapark 2 en de daarnaast gelegen villa aan de Stationsstraat 10.
1906-1918
Na het overlijden van de oom en tante van Adolphine zijn haar ouders de hoofdbewoners. Zij waren de in Wijhe geboren gepensioneerde rijksontvanger, baron Johannes Adolf Bentinck (1824-1917) en zijn in Appingedam geboren vrouw, Henriëtta Elizabeth Tjaden (1826-1912).
Baron Johannes Adolf Bentinck overleed op 25 oktober 1917.
1918-1921
In 1918 verkochten de erven Bentinck het huis aan de Firma S. en D. de Jong, een metaal- en sanitairhandel welke was gevestigd aan het Marktplein 40.
1921-1937
Wat zij voor ogen hadden met deze aankoop heb ik niet kunnen vinden. Zij verkochten het huis weer in 1921 aan de Vereeniging ter Bestrijding van Tuberculose te Apeldoorn. Op 21 september van dat jaar werd hier het consultatiebureau voor Tuberculose geopend.
1937-heden
Zestien jaar later, in 1937 werd het huis gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw van het consultatiebureau. Dit gebouw was een ontwerp van de architect Gerhardus Wilhelmus van den Beld (1883-1960). Sinds 2004 heeft het pand een plek op de gemeentelijke monumentenlijst.
* In het bevolkingsregister staat bij Martines Ernestus Hoffman Tjaden de volgende noot: “In aanbouw van Mouw/Sophiapark”. Mogelijk was de timmerman Lodewijk Wegerif in dienst bij de timmerman/aannemer Henderikus Mouw en lag de uitvoering toch bij Mouw. Feit blijft dat Lodewijk Wegerif de grond kocht bij Van der Houven van Oordt en dat hij later het huis verkocht aan Hoffman Tjaden.
Weet u meer over één van de bewoners? Ziet u onjuistheden of heeft u aanvullingen of foto's, laat het weten. info@oud-apeldoorn.nl |

Sophiapark 1
Ansichtkaart verzonden door de baronesse Adolphine Caroline Bentinck. (Coll. W. Boomgaard)

Sophiapark 1
De ingang van het park vanuit de Stationsstraat. Op de achtergrond de achterzijde van de Mariakerk, rechts Sophiapark 1. (Coll. B. Meester)

Sophiapark 1
Het voormalige Consultatie Bureau op de hoek Stationsstraat. (Coll. Bert Kompanje)
Sophiapark 3
Oude huisnummers: DD 164 - D 230 - D 53/17
Bouwjaar: 1882
Architect/aannemer: (waarschijnlijk) Casparus Emming
In 1881 kocht de in Apeldoorn geboren timmerman/aannemer Henderikus Mouw (1851-1911) een stuk bouwgrond (G 4181) van de steenfabrikant/projectontwikkelaar Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt. Hij splitste dit perceel in drie kavels en zette er drie huizen op, waarschijnlijk naar ontwerp van Casparus Emming.
De nrs. 3, 5 en 7 hadden dezelfde plattegrond. Het waren drie min of meer identieke panden met souterrain en bel-etage. Qua uitstraling waren er kleine verschillen. De nrs. 3 en 7 waren witgepleisterd en de middelste (nr. 5) was uitgevoerd in baksteen. De drie panden hadden een achteruitgang aan de Molenstraat. Mouw deed de panden in de verhuur.
Bewonersgeschiedenis:
1882-1883
De eerste bewoners kwamen op 12 oktober 1882 vanuit Amersfoort. Het waren de in Paramaribo geboren Gerson Asser Samuels (1858-19?) en zijn in Amersfoort geboren vrouw, Alijda Houtzager (1857-19?). Zij zaten nog in hun wittebroodsweken want zij waren op 21 september 1882 te Amersfoort getrouwd. Gerson Samuels was vennoot van de Apeldoornse firma ,,Boterfabriek Danmark". Inwonend was de moeder van Alijda. Zij was de in Zeist geboren Alijda Vermeulen (1825-?), weduwe van Jacobus Houtzager (1820-1871). Op 19 november 1883 vertrok het echtpaar naar West-Indië en Alijda Vermeulen vertrok naar Zeist.
1883-1890
Vervolgens woonde hier de in Apeldoorn geboren Dirk Christiaan Luca Neelmeijer (1858-1944).
Vanaf 1881 had hij samen met compagnon Diederik Meeuwis Constant van Wely een sigarenfabriek aan de Stationsstraat 42. Later ging de sigarenfabriek over in een lak- en inktfabriek genaamd: ,,Neelmeijer & Co’’.
Neelmeijer trouwde op 24 juni 1886 in Utrecht met de eveneens in Utrecht geboren Anna Maria Charlotte Bohlen (1863-1926). Ze kregen hier twee kinderen; Anton Willem Luca (1887) en Marie Anna Charlotte (1889). In 1890 verhuisden ze naar de Stationsstraat 9.
1890-1896
Op 30 juni 1890 waren er weer nieuwe bewoners, zij kwamen vanuit Utrecht. Het waren de in Amsterdam geboren Johannes Abraham Lublink Schröder (1837-1903) en zijn in Woudsend geboren vrouw Tjitske Tromp (1836-1906). Johannes was emeritus predikant en hier in Apeldoorn werd hij voorganger en godsdienstonderwijzer van de Protestantenbond. Op 6 februari 1896 verhuisden ze naar Zaandijk.
1896-1899
De volgende bewoners kwamen op 7 september 1896 vanuit Blokzijl. Het waren de in Zaltbommel geboren Jan Pieter van der Vegte (1841-1913) en zijn in Rotterdam geboren vrouw, Louisa Christina Wilhelmina van der Goot (1844-1923). Jan Pieter was predikant van de Protestantenbond. Begin 1899 verhuisden ze naar de Deventerstraat 31.
1899-1902
Vanuit Amsterdam kwamen op 4 mei 1899 de in Best geboren Franciscus Hekmeijer (1831-1903) en zijn in Jutphaas geboren vrouw, Johanna Hannigje den Daas (1863-1939). Zij hadden één inwonende zoon, Franciscus Johannes (1887), ook was de zus van Johanna inwonend, zij was de in Jutphaas geboren Johanna Antonia (1865-19?). Franciscus Hekmeijer was gepensioneerd luitenant-kolonel farmaceutische dienst van het Oost-Indisch leger. Op 29 april 1902 verhuisden ze naar Kampen.
1902-1904
Op 29 mei 1902 kwamen vanuit Achtkarspelen de in Avereest geboren Helena Catharina Nierhoff (1855-1934) en haar in Achtkarspelen geboren dochter, Helena Agatha (1894-1990). Helena Catharina was weduwe van de in Doetinchem geboren predikant, Frederik Bernard Nusselder (1849-1901). Rond 1904 verhuisden ze naar de Regentesselaan 17.
1904-1908
Tussen Nusselder en Bergervoet zijn er geen bewoners gevonden. Ook de Erica-adresgidsen geven geen bewoners weer op nr. DD 164 in die jaren.
Op 5 mei 1906 kwamen Sophiapark 3 en 5 tegelijk op een veiling. In een advertentie in de Apeldoornsche Courant van 21 april 1906 is het volgende te lezen;
Notaris VAN DE POLL zal op Dinsdagen 24 April en 8 Mei e.k., telkens des namiddags 3 uur, in het Hotel ,,APELDOORN'' bij het Station bij inzet en toeslag veilen: Voor den Heer H. MOUW Mzn: Twee villa's met flinken tuin a/h. Sophiapark en uitkomende a/d. Molenstraat, resp. groot 6.95 en 6.85 are, resp. gemerkt DD 164 en DD 165. Elk der huizen bevat: Sousterrein met keuken, bergplaats, mangelkamer, eetkamer, kelder en provisiekelder; bel-étage met ruimen marmeren vestibule en 4 kamers, waarvan 2 en suite; daarboven: Zolder, 3 kamers en meidenkamer.
Beide percelen zijn voorzien van gasleiding en leiding-regen-en welwater; te veilen in 4 percelen, nl:
1. Huis en tuin, DD 164, groot +/- 4,30 are. 2. Bouwterrein daarachter, groot 2,65 are. 3. Huis en tuin, DD 165, groot +/- 4,08 are. 4. Bouwterrein daarachter, groot +/- 2,77 are.
Ter bezichtiging is de sleutel te bekomen bij den Notaris. Aanvaarding bij de betaling, uiterlijk op 1 juli a.s. Al de bovenstaande perceelen zijn inmiddels uit de hand te koop.
Beide huizen zijn toen niet verkocht en kwamen weer in de verhuur.
1908-1910
Rond 1908 woonde hier de in Pannerden geboren Gerardus Bergervoet (1846-1912). Inwonend was mogelijk zijn moeder. Bergervoet was eerder de hotelier van ,,Hotel Zeelandia’’ aan de Hoofdstraat. Later runde zijn zoon, de in Goes geboren Leo Marie Cornelis (1888-1950) het hotel. Het bevolkingsregister laat zien dat hij ook nog naar hiernaast verhuisde (nr. 5) maar laat geen datum zien.
1910-1951
Vanaf 13 mei 1910 kwamen vanuit Bloemendaal, de in Amsterdam geboren Richard August Joseph Maria Tepe (1864-1952) en zijn in Rijsenburg geboren vrouw Gijsbertha Maria Caecilia de Bruijn (1864-1936).
Richard Tepe was natuurfotograaf en behoorde tot de pioniers van de natuurfotografie.
Op de website ,,Geheugen van Apeldoorn’’ is meer over hem te lezen. Het ,,Nederlands Fotomuseum’’ heeft online een grote collectie foto’s van Tepe. In 1922 verkocht de weduwe Mouw het huis aan de familie Tepe. In 1951 verkocht Tepe het huis aan de Gemeente Apeldoorn.
1951-1963
Rond 1951 kwam er een einde aan het Sophiapark. Het park moest plaats maken voor een busstation. Op 30 juni 1953 werd de naam Sophiapark veranderd in Sophiaplein.
Na 1939 is het bevolkingsregister niet meer ter inzage. Onderstaande bewoners zijn gevonden in adresgidsen waarvan er tot 1963 maar enkele beschikbaar zijn.
Erica-adressengids 1953: Schildkamp, J.B. + mevr. Schildkamp (lerares Coupeuse aan de modevakschool te Zutphen). Schildkamp was leraar aan de MULO.
Erica-adressengids 1963: Sophiaplein 3 - Onbewoond.
Wanneer het huis gesloopt werd is niet gevonden.
Weet u meer over één van de bewoners? Ziet u onjuistheden of heeft u aanvullingen of foto's, laat het weten. info@oud-apeldoorn.nl |

Sophiapark 3
Deze foto is gemaakt door Richard Tepe. Hij was natuurfotograaf en bewoner van 1910 tot 1951. We zien zijn vrouw voor hun huis. (Foto: Coll. Nederlands Fotomuseum)

Sophiapark 3
Op de achtergrond Sophiapark 1, 3 en 5. De foto is genomen vanaf de ingang van het park aan de Stationsstraat. Rechts was de tuin van Sophiapark 2. (Foto: Marten Huigen)
Sophiapark 5
Oude huisnummers: DD 165 - D 229 - D 53/16
"Huize Parkzicht"
Bouwjaar: 1882
Architect/aannemer: (waarschijnlijk) Casparus Emming
In 1881 kocht de in Apeldoorn geboren timmerman/aannemer Henderikus Mouw (1851-1911) een stuk bouwgrond (G 4181) van de steenfabrikant/projectontwikkelaar Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt. Hij splitste dit perceel in drie kavels en zette er drie huizen op, waarschijnlijk naar ontwerp van Casparus Emming.
De nrs. 3, 5 en 7 hadden dezelfde plattegrond. Het waren drie min of meer identieke panden met souterrain en bel-etage. Qua uitstraling waren er kleine verschillen. De nrs. 3 en 7 waren witgepleisterd en de middelste (nr. 5) was uitgevoerd in baksteen. Mouw deed de panden in de verhuur, nr. 5 werd pas in 1912 verkocht door de weduwe H. Mouw aan Bernardus Frederikus Lurvink.
1882-1885
De eerste bewoners zijn (nog) niet gevonden.
1885-1888
Vanaf 17 januari 1885 wonen hier de in Valburg geboren ingenieur, Theodoor Aleid Gaijmans (1850-1886) en zijn in Amsterdam geboren vrouw, Anna Josina van Outeren (1862-1944). Op 13 februari 1888 verhuisde de weduwe naar Groningen.
1888-1896
De volgende bewoners waren de in Utrecht geboren Frederik Herman Hendrik Bosch van Oud Amelisweerd (1861-1942) en zijn in Amsterdam geboren vrouw Ledwina Bernadina Maria Diepenbrock (1859-1933). Als beroep van Bosch staat 'Commies der Posterijen' genoteerd. Dit echtpaar kreeg hier twee kinderen, Wilhelmus Johannes Marie (1894) en Paul Frederik Ferdinand Marie (1895). Op 21 april 1896 verhuisden ze naar Nijmegen.
1896-1898
Vanuit Enkhuizen kwamen op 23 juli 1896 weer nieuwe bewoners. Het was het gezin van de in Enkhuizen geboren Johan Gustaaf Adolf Schuijt (1851-1934) en zijn in Amsterdam geboren vrouw Maria Elisabeth Meijer (1842-19?). Er waren twee inwonende kinderen die beiden in Enkhuizen geboren waren, Willem Jacob Johannes (1878) en Johanna Gesina Josephina (1879). Op 18 april 1898 verhuisden ze naar Zeist.
1898-1898
De volgende bewoners verhuisden van Sophiapark 5 naar nr. 7. Het waren de in Amersfoort geboren Allard Cornelis Abbing (1869-1939) en zijn in Amsterdam geboren vrouw Carolina Hendrika Evers (1872-1966). Abbing was 'Ambtenaar der Posterijen' en werkte hier op het Post- en Telegraafkantoor. Ze hebben hier maar kort gewoond want in november 1898 stonden alweer nieuwe bewoners genoteerd.
1898-1900
Vanuit Den Haag komen op 4 november 1898 het gezin van de in Amsterdam geboren Joannes Adrianus Theodorus van Beek (1845-1931) en zijn eveneens in Amsterdam geboren vrouw Louisa Helena Kleber (1863-1945). Ze hadden één inwonende zoon, de in Amsterdam geboren Jan (1888). Inwonend was de moeder van Louisa, zij was de in Amsterdam geboren Anna Juliana Ellerkamp (1841-1915). Zij was weduwe van George Kleber. Van Beek was gepensioneerd Kapitein der Infanterie. Twee jaar later, op 29 oktober 1900 verhuisden ze weer naar Den Haag.
1901-1904
Pas op 31 mei 1901 werd het huis weer bewoond. De nieuwe bewoners kwamen vanuit Hilversum. Het was het gezin van de in Amsterdam geboren Johanna Susanna Theodora Elisa de Bont (1852-1903). Johanna was weduwe van de in Uerdingen (Dld) geboren koopman, Carl August Hubert Bletscher (1834-1874). Ze had vijf inwonende kinderen die allen in Amsterdam geboren waren; Johan Martinus Maria (1875), Helena Catharina Frederika Susanna Josephina (1877), Emilie Jacoba Selma (1879), Herman Karel Jozef (1880) en Elisa Henrika Helena Maria (1882).
In het bevolkingsregister staat bij aanmerkingen genoteerd dat Johanna failliet verklaard was bij vonnis van de rechtbank Amsterdam op 5 december 1900.
Op 28 augustus 1902 kwam er vanuit Nijmegen nog een dochter inwonen, zij was de in Antwerpen geboren Paulina Helena Maria (1884). Zoon Herman was één van de twee oprichters van "De Apeldoornsche Cocosfabriek" voorheen "Bletscher & Nieuwenhuizen" aan het Kanaal. Na het overlijden van Johanna vertrokken de kinderen op 17 maart 1904 naar Den Haag.
1904-1905
Vanaf 15 april 1904 wonen hier de in Zwolle geboren Derk Bosch (1857-19?) en zijn in Amsterdam geboren vrouw, Anna Petronella Vredeveld (1857-19?). Ze hadden één inwonende zoon, de in Arnhem geboren Petrus Antonie (1890). Derk was kledingmaker en ze hadden hier een kledingmakerij aan huis. Op 7 juli 1905 verhuisden ze naar Amsterdam.
Op 5 mei 1906 kwamen Sophiapark 3 en 5 tegelijk op een veiling. In een advertentie in de Apeldoornsche Courant van 21 april 1906 is het volgende te lezen;
Notaris VAN DE POLL zal op Dinsdagen 24 April en 8 Mei e.k., telkens des namiddags 3 uur, in het Hotel ,,APELDOORN'' bij het Station bij inzet en toeslag veilen: Voor den Heer H. MOUW Mzn: Twee villa's met flinken tuin a/h. Sophiapark en uitkomende a/d. Molenstraat, resp. groot 6.95 en 6.85 are, resp. gemerkt DD 164 en DD 165. Elk der huizen bevat: Sousterrein met keuken, bergplaats, mangelkamer, eetkamer, kelder en provisiekelder; bel-étage met ruimen marmeren vestibule en 4 kamers, waarvan 2 en suite; daarboven: Zolder, 3 kamers en meidenkamer.
Beide percelen zijn voorzien van gasleiding en leiding-regen-en welwater; te veilen in 4 percelen, nl:
1. Huis en tuin, DD 164, groot +/- 4,30 are. 2. Bouwterrein daarachter, groot 2,65 are. 3. Huis en tuin, DD 165, groot +/- 4,08 are. 4. Bouwterrein daarachter, groot +/- 2,77 are.
Ter bezichtiging is de sleutel te bekomen bij den Notaris. Aanvaarding bij de betaling, uiterlijk op 1 juli a.s. Al de bovenstaande perceelen zijn inmiddels uit de hand te koop.
Beide huizen zijn toen niet verkocht en kwamen weer in de verhuur.
1909-1912
Van 1909 tot 1912 woonde hier het gezin van de in Amsterdam geboren Simon Petrus Adriaan Beckers (1851-1916) en zijn in Hilversum geboren vrouw, Johanna Hillegonda Veen (1857-19?). Er waren twee inwonende dochters, de in Hilversum geboren Anna Maria Johanna (1882) en de in Hoorn geboren Johanna Maria Antonia (1891). Beckers was opzichter bij de H.IJ.S.M. In 1912 verhuisden ze naar de Vlijtseweg 6.
1912-1920
In mei 1912 werd de villa opnieuw op een veiling ingebracht en verkocht de weduwe H. Mouw de villa voor fl. 4.090,- aan de procuratiehouder B.F. Lurvink.
In 1913 liet Bernardus Fredrikus Lurvink het pand ingrijpend verbouwen door de aannemer Abraham Jonker uit de Hofstraat (1868-1929) waardoor het huis een hele andere uitstraling kreeg. Bernardus Lurvink was gehuwd met de in Zwolle geboren Hendrika Johanna Kanitz (1861-1937). Hiervoor woonden ze aan de Hoofdstraat. In 1920 werd het huis verkocht aan Andries de Voogd en op 16 november 1920 verhuisden ze naar de Generaal van der Heydenlaan 15.
1920-1922
Vanuit de Loolaan kwamen op 30 november 1920 de in Middelburg geboren koopman, Andries de Voogd (1870-1930) en zijn in Den Haag geboren vrouw, Anna Petronella Rombouts (1880-1955). Zij hadden één inwonende zoon, de in Apeldoorn geboren André (1918). Zij zijn op 27 april 1922 naar Duitsland verhuisd.
Vanaf 1 november 1921 werd de villa dubbel bewoond en woonde hier ook het gezin van de in Oldehove geboren graanhandelaar, Folkert Jan Poll (1880-1968) en zijn in Rheden geboren vrouw, Henriëtte Anna van Beek (1891-1949). Er waren vier inwonende kinderen die allen in Rheden geboren waren, Edsge Kornelis (1912), Hendrika (Riek) Sophia (1914), Greetje (1915) en Lambertus Johannes (1920).
In maart 1922 werd de villa opnieuw in veiling gebracht door Andries de Voogd. Het perceel was ondertussen al gesplitst. Een stuk achtertuin van de villa grenzend aan de Molenstraat was bebouwd met een fabriek/kantoorpand en had als adres Molenstraat 6.
1922-1962
De villa werd in april 1922 verkocht voor fl. 12.800,- aan de handelsreiziger Folkert Jan Poll die al inwoonde. Het gezin Poll verhuisde naar de Tutein Noltheniuslaan 38. De villa bleef in bezit en werd verhuurd aan de in Den Haag geboren landbouwer Frans Catharinus Leonard Overvoorde (1886-1940) die hier “Pension Overvoorde” runde.
Frans was gehuwd met de in Rheden geboren Hendrika Johanna Stoltenborg (1899-1953). Zij kregen hier vier kinderen, Margaretha Martina (1918), Wilhelmina Cornelia Neletta (1919), Frans Catharinus Leonard (1922) en Hendrika Johanna (1924) Op 29 januari 1929 verhuisde het gezin naar de Molenstraat 138.
Op 13 april 1929 kwam het gezin Poll vanuit de Tutein Noltheniuslaan weer naar Sophiapark 5. Vanaf 23 juli 1929 bieden zij ook kamers aan.
Van 1933 tot 1938 vertrekt het gezin Poll voor vijf jaar naar Breda. Het huis bleef wel in hun bezit en werd weer verhuurd.
In Erica-adresgidsen is te lezen dat er diverse mensen woonden. Van 1934 tot 1940 stond het huis bekend als “Pension Huize Parkzicht”.
In 1938 kwam de familie Poll vanuit Breda weer naar Sophiapark 5.
Vanaf 2 april 1942 was hier ook een bijkantoor van woningbureau ,,Het Zuiden’’.
Rond 1951 was het huis in gebruik als ,,Pension Buys’’ van een zekere Frederik Charles Buys.
In de Erica-adressengids van 1957-1958 is te lezen dat F.J. Poll nu bij zijn zoon Lambertus Johannes inwoonde aan de Miggelenbergweg 22 te Hoenderloo.
In 1962 verkocht Poll het huis aan de pensionhouder Willem Verbeek die het datzelfde jaar weer verkocht aan de Veluwse Autobus Dienst (VAD).
1962-1963
De laatste bewoners van Sophiaplein 5 waren Jan van Laar en zijn vrouw, Edith Peters. In de Erica-adressengids van 1963 staat ‘exploitant’ als beroep genoteerd. Hij was de uitbater/kelner van het V.A.D. restaurant op nr. 9.
In 1963 is dit huis uitgebrand en vervolgens gesloopt om plaats te maken voor parkeerruimte voor de autobussen.
Weet u meer over één van de bewoners? Ziet u onjuistheden of heeft u aanvullingen of foto's, laat het weten. info@oud-apeldoorn.nl |

Sophiapark 5
Schets uit de (ver)bouwtekening van 1913 zoals het huis er tot dat jaar heeft uitgezien.

Sophiapark 5
De situatie na de verbouwing in 1913 door eigenaar Bernardus Lurvink.

Sophiapark 3-5-7
Foto van film. (Coll. Gelders Archief)
Sophiapark 7
Oude huisnummers: DD 166 - D 228 - D 53/15
,,Villa Soerakarta"
Bouwjaar: 1882
Architect/aannemer: (waarschijnlijk) Casparus Emming
In 1881 kocht de in Apeldoorn geboren timmerman/aannemer Henderikus Mouw (1851-1911) een stuk bouwgrond (G 4181) van de steenfabrikant/projectontwikkelaar Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt. Hij splitste dit perceel in drie kavels en zette er drie huizen op, waarschijnlijk naar ontwerp van Casparus Emming.
De nrs. 3, 5 en 7 hadden dezelfde plattegrond. Het waren drie min of meer identieke panden met souterrain en bel-etage. Qua uitstraling waren er kleine verschillen. De nrs. 3 en 7 waren witgepleisterd en de middelste (nr. 5) was uitgevoerd in baksteen. Mouw deed de panden in de verhuur, deze werd in 1899 verkocht aan Jacobus Cornelis Kapteijn.
Bewonersgeschiedenis:
1882-1884
De eerste bewoners van nr. 7 waren het gezin van de in Apeldoorn geboren timmerman, Lodewijk Wegerif (1849-1919) en zijn in Soest geboren vrouw, Wilhelmina van Herwaarden (1845-1985). Zij hadden drie inwonende zonen, die alle in Apeldoorn geboren waren, Hendrik (1878), Lodewijk (1880) en Willem (1882). In 1884 verhuisden ze naar de Molenstraat 21.
1884-1891
Vanuit Voorburg kwamen op 29 mei 1884 nieuwe bewoners. Het was het gezin van de in Luik (BE) geboren Willem Frederik Alexander Lindwurm (1830-1894) en zijn in Amsterdam geboren vrouw, Maria Sophia Haalmeijer (1841-1919). Zij hadden drie inwonende dochters; de in Soerakarta geboren Maria Emma Hendrica Louisa (1874), de in Soerakarta geboren Johanna Wilhelmina (1876) en de in Amsterdam geboren Jeane Sophia (1878). Lindwurm was gepensioneerd kapitein van het Oost-Indisch leger. In de periode dat de familie Lindwurm hier woonde heette het huis "Villa Soerakarta". Lindwurm verstrekt hier informatie voor de Rotterdamsche Lloyd, een stoomvaartmaatschappij met schepen van Rotterdam naar Nederlands-Indië. In 1889 lieten zij een nieuwe villa bouwen aan het Wilhelminapark waar zij pas in 1891 naartoe verhuisden.
1891-1895
Op 25 mei 1891 waren er weer nieuwe bewoners. Zij kwamen vanuit Veenendaal en was het gezin van de in Uithoorn geboren Gilles Geertrudus Martinius (1814-1893) en zijn in Veenendaal geboren vrouw, Grietje Hoolboom (1830-1895). Dit echtpaar had drie inwonende dochters die allen in Veenendaal geboren waren, Arsine Lambartine (1854), Hugona Jannetta (1859), en Hendrica Sara (1865). Martinius was rustend geneesheer. In 1895 verhuisde de weduwe met de kinderen naar Paslaan 11.
1895-1898
Pas op 6 oktober 1896 kwamen er nieuwe bewoners. Het waren de in Amersfoort geboren Allard Cornelis Abbing (1869-1939) en zijn in Amsterdam geboren vrouw Carolina Hendrika Evers (1872-1966). Abbing was 'Ambtenaar der Posterijen' en werkte hier op het Post- en Telegraafkantoor. Begin 1898 verhuisden ze naar hiernaast, Sophiapark D 229 (nr. 5).
1898-1899
Vanaf 23 februari 1898 woonden hier het gezin van de in Bodegraven geboren Jacobus Cornelius (Oeberius) Kapteijn (1870-1942) en zijn eveneens in Bodegraven geboren vrouw, Maria Adriana Catharina Francisca de Ridder (1875-1963). Ze hadden één inwonende zoon; de in Apeldoorn geboren Willem Hendrik (1897). Als beroep van Kapteijn staat 'Gemeente-Ontvanger' genoteerd. In juni 1899 verhuisden ze naar Rotterdam.
In een advertentie in de Apeldoornsche Courant van 21 oktober 1899 is te lezen dat Kapteijn de villa laat veilen:
"Notaris VISSCHER GORTER zal op Vrijdagen 27 october en 10 November e.k., om 2 uur i/h. Hotel VAN DER BURG aldaar, ten verzoeke van den Heer KAPTEIJN, bij inzet en toeslag veilen: De villa genaamd ,,Soerakarta'' in het Sophiapark te Apeldoorn, D 228, met tuin, groot 6,75 aren bevattenden: Sousterrein, met eetkamer, badkamer, keuken, provisiehok en kelder. 1e Verdieping: Suite met waranda en 2 zijkamers. 2e Verdieping: Zolder met balconkamers en 4 afgetimmerde vertrekken. Het huis is in uitnemenden staat, voorzien van gas- en waterleiding en te bezichtigen Dinsdagen en Donderdagen van 2-4 uur".
De villa werd pas op 19 juni 1900 verkocht voor fl. 4.860,- aan de Apeldoorner Roelof Ziens (1855-1920) en werd weer verhuurd.
1899-1900
Vanuit Nederlands-Indië kwam op 16 juni 1899 het gezin van de in Rotterdam geboren ingenieur, Hermanus van Sprang (1848-1925). Hermanus was gehuwd met de in Bemmel geboren Caroline Guillaumine Jeannette Antoinette Goedbloed (1861-1916). Zij hadden vier inwonende kinderen; de in Semarang geboren Hermance (1886), de in Solo geboren Gerard (1888), de in Nijmegen geboren Carolus (1891) en de in Tjandi geboren Anna Koba Jotta (1894). Ergens rond 1900 verhuisden ze naar de Mr. van Hasseltlaan 7, een nieuw gebouwde villa. Geen verhuisdatum gevonden.
1900-1905
Ook bij de volgende bewoners ontbreekt een verhuisdatum. Het was het gezin van de in Nieuwer-Amstel (Amstelveen) geboren Willem de Haan (1860-1958) en zijn in Bloemendaal geboren vrouw, Sijtje van der Tange (1863-1929). Zij hadden drie inwonende kinderen; de in Hoorn geboren Cornelia Willemina Sijtje (1892), de eveneens in Hoorn geboren Cornelis Hendrik Willem (1895) en de in Apeldoorn geboren Cornelis (1898). Zij begonnen hier een pension, genaamd 'Buitenzorg'. Dit was niet hun enige pension, ook aan de Loolaan 77 hadden ze het 'Pension Valkenberg'.
In 1903 verhuisde het gezin De Haan naar de Amersfoortseweg maar het pension werd nog wel aangehouden, waarschijnlijk tot aan de verkoop.
1905-1987
Op 11 maart 1905 koopt de in Zevenaar geboren smid Johannes (Jan) Bernardus Gerardus van Leeuwen (1861-1908) voor fl. 5.550,- het huis van de winkelknecht Roelof Ziens. Vanuit Dorpstraat CC 341 (later Hoofdstraat 21) gaat hij er wonen met zijn in Utrecht geboren vrouw, Maria Johanna Christina Rusconi (1873-1951) en hun vier kinderen; de in Utrecht geboren Johannes Bernardus Gerardus (1894-1949), de in Apeldoorn geboren Maria Huberdina Gerarda (1897-1981), de in Apeldoorn geboren Cornelis (Cees) Johannes (1900-1965) en de in Apeldoorn geboren Eliza Maria (1902-1979).
Voor de verhuizing huurde Jan de smederij van Antonie Overvelde (1837-1912) aan de Rosariumstraat 2. In mei 1905 vond er een aanbesteding plaats in de Apeldoornsche Courant voor het bouwen van een smederij aan de Molenstraat (8). Dit was achter het woonhuis van Sophiapark 7 en eerder tuin. De bouwkundige was P.H. Versteijne. De bouw van de smederij werd gegund aan de laagste inschrijver, de timmerman/aannemer H.W. Rijks voor een bedrag van fl. 1059,-.
Jan kon echter niet lang genieten van zijn smederij. Een jaar na de geboorte van zijn jongste zoon Josephus Adrianus Johannes (1907) overleed hij in 1908 op 46-jarige leeftijd. Zijn vrouw Marie zette de smederij voort tot 1929. Zij vertrok toen naar Breda en het huis en de smederij werden overgenomen door zoon Cees. De overige kinderen waren toen al het huis uit en Cees liet het huis verbouwen en splitsen voor dubbele bewoning en de rechterzijde kreeg nummer 7-2.
In 1930 trouwde hij met de Apeldoornse Jansje Rouwenhorst (1903-1989) en ze gingen aan de linkerzijde wonen. In 1932 werd hun zoon Johannes (Jan) Bernardus Gerardus geboren.
Nadat het park in 1951 was omgebouwd tot busstation begon Cees een rijwielstalling tussen zijn huis en de smederij. In 1954 trouwde zoon Jan met de in Apeldoorn geboren Cecilia Theresia Kleinherenbrink (1932), ze betrokken de bovenetage en kregen daar vier kinderen. In 1963 verhuisden ze.
In 1960 werd de smederij voortgezet door zoon Jan die aan de Weidestraat een nieuwe smederij liet bouwen. De oude smederij werd toegevoegd aan de rijwielstalling en uiteindelijk in 1979 opgeheven. Het pand werd een aantal jaren verhuurd en in 1987 verkocht aan een zekere W. Harleman en rond 1988 afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw.
Sophiapark 7-2 (vanaf 1931)
De eerste bewoners kwamen op 19 mei 1931. Het waren de in Doetinchem geboren typograaf, Johannes Franciscus Marinus Kaatman (1893-1950), met zijn in Apeldoorn geboren vrouw, Antje van Eldik (1903-19??) Zij hadden vier inwonende kinderen Cornelia Lubertha (1921), Alida Theresia (1924) en Albert (1926) en Johanna Hendrika Theresia (1930). In de periode dat zij hier woonden kwamen er nog twee kinderen, Theresia (1932) en Georgeus Waander (1934).
Op 13 augustus 1935 verhuisde dit gezin naar de Kalverstraat 34.
Op 27 juni 1935 kwamen er nieuwe bewoners. Het waren de in Den Haag geboren Maria Carolina Josephina Müter-Mulder (1898-1972) met drie zonen; de in Oegstgeest geboren Hendrikus Antonius (1924), de in Apeldoorn geboren Franciscus Carolus Maria (1926) en de in Apeldoorn geboren Cornelis Hendrikus (1928). Maria was opzichteres bij Van Gelder. Haar in Den Haag geboren zus, Antoinette Henriëtte Bernardine Mulder (1899-1981) en hun tante Gertruida Trütken (1868-1940) waren ook inwonend.
Rond 1973 vertrokken de drie overgebleven dames Van Leeuwen, Müter-Mulder en Mulder naar elders en werd het huis in kleinere eenheden gesplitst en verhuurd aan starters en studenten.
In 1987 werd 7-2 verkocht aan de Gemeente Apeldoorn en ongeveer een jaar later werd het afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw.
Weet u meer over één van de bewoners? Ziet u onjuistheden of heeft u aanvullingen of foto's, laat het weten. info@oud-apeldoorn.nl |

Sophiapark 7
Op deze foto uit 1910 zien we o.a. Maria van Leeuwen met haar vijf kinderen. (Coll. B. Meester).

Sophiapark 7
De villa ten tijde van de familie Van Leeuwen. De foto is genomen in 1937. Het fraaie smeedijzeren hek kwam van eigen smederij. Op de foto zien we Eliza van Leeuwen en Antoinette Mulder. (Foto: Privé collectie)

Sophiapark 7
Het huis versierd ter gelegenheid van het 40-jarig regeringsjubileum (1898-1938) van Koningin Wilhelmina. (Foto: Privé collectie)

Sophiapark 7 - Molenstraat 8
De smederij van Jan van Leeuwen, gebouwd in 1905. Op de foto zien we v.l.n.r. Bertus, Alex Vrolink, Klaas Veldhuis, Willem Lammers. (Foto: Privé collectie)
Sophiapark 9
Oude huisnummers: DD 167 - D 227 – D 53/5
,,Huize Parklust’’
Bouwjaar: 1878
Architect/aannemer: (waarschijnlijk) Casparus Emming
Op de plek van de nummers 9 en 11 stond eerder één villa. Hiervan is geen afbeelding bekend. Dit huis behoorde samen met de nrs. 13 en 15 tot de vroegste bebouwing aan het Sophiapark. De grond werd in 1877 aangekocht door J.C. Staal van Van der Houven van Oordt. Hij liet hier een huis bouwen waarvan het ontwerp waarschijnlijk van Casparus Emming was.
Bewonersgeschiedenis:
1878-1903
De eerste bewoners (van het eerste huis) kwamen op 13 mei 1878 vanuit Doetinchem. Het waren de in Nederhorst den Berg geboren Johannes Christiaan Staal (1812-1896) en zijn in Nigtevecht geboren zoon, Johannes Christiaan Staal Jr. (1846-1904). Senior was weduwnaar van de in Coevorden geboren Jantien van Ommen Boddendijk (1811-1876).
Op 30 april 1886 trouwde junior met de in Nederhorst den Berg geboren Jannetje Cöllen (1853-1937). Als beroep van de bruidegom staat ‘Ambtenaar Waterstaat’ genoteerd. Ze kregen twee kinderen, de in Zwolle geboren Johannes Christaan Franciscus (1887) en de in Apeldoorn geboren Jantiene Dirkje Margaretha (1891) In de periode dat de familie Staal hier woonde heette het huis ,,Huize Parklust’’.
In 1903 verhuisden ze naar de 1e Wormenseweg.
In 1903 kwam het huis in handen van de zalmkweker, Jonas Antonius Hasselbach. Hij liet het huis slopen en liet er door de timmerman/aannemer Cornelis Paul uit de Korte Molenstraat twee nieuwe villa’s bouwen. Qua uiterlijk waren ze gelijk maar waren wel elkaars spiegelbeeld.
Oud huisnummer: DD 167
Bouwjaar nieuwe (linker) villa: 1904
Architect/aannemer: C. Paul
1904-1913
De eerste bewoner van de nieuwe linker villa (nr. 9) was Jonas Antonius Hasselbach (1859-1913) zelf. Hij was ongehuwd en woonde hier alleen met een dienstbode.
Jonas was geboren in Leiden waar hij theologie gestudeerd had. In 1890 kocht hij de viskwekerij ,,De Zwaanspreng’’ aan de Kayersdijk. Eerst kweekte hij hier zalm maar later forellen. In 1903 ging hij samenwerken met de in Amsterdam geboren Arnoldus Jan George Metz (1881-1947) en werd de viskwekerij flink uitgebreid.
Na het overlijden van Hasselbach in 1913 kwamen zijn huizen aan het Sophiapark 9, 11 en 13 op een veiling. Nr. 9 ging voor fl. 5.140,- over in handen van M.J. van ’t Kruis.
1913-1953
Vervolgens woonde hier dus het gezin van de in Borculo geboren Marinus Johannes van ’t Kruijs (1874-1950) en zijn eveneens in Borculo geboren vrouw, Johanna Gerharda Marsman (1875-1953). Ze hadden één inwonende zoon, de in Apeldoorn geboren Marinus Johannes Jr. (1910-1949). Dit gezin woonde hiervoor op nr. 15. Van ’t Kruijs was reiziger in manufacturen maar ook vennoot van de ,,Eerste Nederlandsche Elastiekband-Fabriek’’, gevestigd te Apeldoorn.
In de Erica-adressengids 1942-1943 is te lezen dat hier ook een bedrijf gevestigd was onder de naam: ,,Kleurstoffen en Chemicaliën Import Maatschappij NV’’. Na het overlijden van Marinus Johannes waren er diverse mensen inwonend. In 1951 werd het huis verkocht aan de Veluwse Autobus Dienst (VAD). Gerharda van ’t Kruijs-Marsman bleef wonen tot haar overlijden in 1953.
1953-1955
Volgens de Erica-adressengids van 1953-1954 woonden hier de handelsagent J. van Eijsselsteijn en de kleermaker en grossier in textiel, G. Overkamp. Zij woonden ook al in bij Gerharda van ’t Kruijs-Marsman.
In 1955 werd het huis verbouwd door de Veluwse Autobus Dienst als uitbreiding van het kantoorgebouw dat hiernaast op nr. 11 al was gerealiseerd. Deze verbouwing kwam van de tekentafel van Christiaan ten Tuynte, architect uit de Parkweg 2 (nu Prof. Röntgenstraat 2).
Weet u meer over één van de bewoners? Ziet u onjuistheden of heeft u aanvullingen of foto's, laat het weten. info@oud-apeldoorn.nl |

Sophiapark 7 en 9
Mogelijk een bewoner van het park. Kenteken: M-5566. (Coll. CODA)

Sophiaplein
De nummers 9 en 11. (Coll. B. Meester)

Sophiaplein 9
Nummer 9 na de verbouwing in 1955. (Coll. B. Meester)
Sopiapark 11
Oud huisnummer: DD 167/2
Bouwjaar: 1904
Architect/aannemer: C. Paul
Op de plek van de nummers 9 en 11 stond eerder één villa. Hiervan is geen afbeelding bekend.
In 1904 werd dit huis gesloopt om plaats te maken voor twee nieuwe villa’s. Qua uiterlijk waren ze gelijk maar waren wel elkaars spiegelbeeld. De opdrachtgever was de in Leiden geboren zalmkweker Jonas Antonius Hasselbach (1859-1913), die de villa verhuurde.
Bewonersgeschiedenis:
1905-1906
De eerste bewoners van deze villa kwamen op 27 juni 1905 vanuit Hamburg. Het waren de in Brugge geboren jonkheer Johannes Lidius Catharinus Pompe van Meerdervoort (1829-1908) en zijn in Maastricht geboren vrouw, Henriëtte Louise de Moulin (1847-1915).
Pompe van Meerdervoort was arts en volgens een artikel in de Apeldoornsche Courant van 8 juli 1905 vestigde hij zich hier ter genezing van “niet te ver gevorderde longtering door aanwending van Tuberculohobine”. Op https://nl.wikipedia.org/wiki/Johan_Pompe_van_Meerdervoort is meer over hem te lezen. Al na een jaar verhuisden ze op 2 juli 1906 naar België.
Tussen 2 juli 1906 en 31 december 1907 (nog) geen bewoners gevonden.
1907-1909
De volgende bewoners kwamen op 31 december 1907 vanuit Roermond. Het was het gezin van de in ’s-Gravenmoer geboren Jan Repelius (1865-1941) en zijn in Geervliet geboren vrouw, Johanna Elisabeth Dardenne Ankringa (1861-1938). Zij hadden één inwonende zoon, de in Den Helder geboren Franciscus Hermanus (1895). Als beroep van Jan Repelius staat ‘Ontvanger der Registratie’ genoteerd. In 1909 verhuisden ze naar de Stationsstraat.
1909-1913
Op 1 mei 1909 kwamen vanuit Amsterdam weer nieuwe bewoners. Het waren de in Utrecht geboren Susanna Cornelia de Graaf (1852-1932) en de in Zierikzee geboren Helena Johanna de Boer (1855-19?). Ook de dienstbode was meeverhuisd vanuit Amsterdam. Zij was de in Apeldoorn geboren Gijsberta Geertruida Looijen (1887). Op 16 april 1913 verhuisden de dames naar Hilversum.
In 1913 overleed eigenaar J.A. Hasselbach en kwam de villa voor fl. 5.400,- in handen van Dirk Johannes Bockweg.
1913-1919
Vanuit de Sophialaan 3 kwamen in 1913, de in Weesp geboren Dirk Johannes Bockweg (1886-1942) en zijn eveneens in Weesp geboren vrouw, Cornelia Roelofina van Slooten (1884-1947). Inwonend waren hun in Amsterdam geboren pleegdochter, Coba Rohlfs (1908) en de moeder van Cornelia. Zij was de in Enkhuizen geboren Oukje Sweep (1845-1929), weduwe van Klaas van Slooten (1845-1905). Dirk was eerder kippenhouder, depothouder van een wasserij, koopman en nu caféhouder van het ,,Stations-Koffiehuis’’ aan de Stationsstraat 2. In 1914 verkocht hij het huis aan Marinus Johannes van ’t Kruijs, buurman van nr. 9. Bockweg bleef huren tot 1919.
1919-1923
In 1919 waren er weer nieuwe bewoners. Van ’t Kruijs verkocht de villa aan de ,,Nederlands Hervormde Gemeente’’ en werd een pastorie. De bewoners waren de in Laren geboren ds. dr. Theodorus Lambertus Haitjema (1888-1972) en zijn in Kopenhagen geboren vrouw, Johanne Margrethe Marcussen (1890-1978). Zij hadden twee kinderen, de in Woubrugge geboren Margrethe (1917) en de in Apeldoorn geboren Tjeerd Marcus (1919). Op 26 oktober 1923 verhuisden ze naar Groningen waar de dominee was benoemd tot kerkelijk hoogleraar aan de rijksuniversiteit.
In 1924 vond er een verbouwing plaats in opdracht van het kerkbestuur van de Nederlandsche Hervormde Gemeente. Het ging om het vergroten van de woning en het plaatsen van een stenen schuurtje. Aan de achterzijde werd een kamer en toilet aangebouwd onder toeziend oog van de architecten J.G. en P.K. Mensink.
1924-1932
Vanuit Rijnsburg kwamen op 11 juni 1924 weer nieuwe bewoners. Het was het gezin van de in Geertruidenberg geboren predikant, ds. Cornelis Mattheus Luteijn (1893-1974) en zijn in Den Haag geboren vrouw, Lamberta Berendina Slagter (1898-19?).
Zij hadden vier inwonende zonen, de in Heinenoord geboren Adriaan Cornelis Mattheus (1918), de eveneens in Heinenoord geboren Lambertus (1820), de in Rijnsburg geboren Cornelis Mattheus (1921-1943) en de in Rijnsburg geboren Johannes Machiel (1923). Op 24 oktober 1932 verhuisden ze naar Groningen.
1933-1936
Vanaf 29 april 1933 kwamen vanuit Weesp het gezin van de in Middelburg geboren predikant, Hendrik Dekker (1902-1995) en zijn in Den Helder geboren vrouw, Johanna Catharina Desta (1901-19?).
Zij hadden drie inwonende kinderen, de in Haskerland geboren Adriana Margaretha (1927), de in Weesp geboren Corline (1929) en de eveneens in Weesp geboren Levinus (1932). Op 29 april 1936 verhuisden ze naar Amsterdam. Er kwam geen nieuwe predikant te wonen, de Hervormde gemeente bleef eigenaar maar verhuurde.
1936-1952
Op 28 augustus 1936 kwamen vanuit de Bosweg 71 het gezin van de in Deventer geboren handelsreiziger, Richardus Röthengatter (1888-1944) en zijn in Almelo geboren (2e) vrouw, Dieca Antonia Elfers (1896-1976). Richardus was eerder gehuwd geweest met de in Voorst geboren Johanna Maria Antonia Dijkhof (1886-1923).
Er waren acht inwonende kinderen, zes uit het 1e huwelijk, dit waren: de in Deventer geboren Willemina Antonia Aleida (1912), de in Olst geboren Gerhardus Jacobus (5-1-1914), de in Olst geboren Richardus Johannes (20-12-1914), de in Olst geboren Antonia Theodora (1916), de in Deventer geboren Clemens Gerhardus Michael (1920), en de in Deventer geboren Johanna Aleida Maria (1921).
De jongste twee kinderen kwamen uit het 2e huwelijk, dit waren de in Deventer geboren Antonius Johannes Richardus (1924) en de in Apeldoorn geboren Henriëtte Johanna Wilhelmina (1927).
Door een noodlottig ongeval kwam Richardus Röthengatter om het leven. Hij was op 22 februari 1944 samen met de Apeldoorner Franciscus Johannes Bomers (1896-1944) op het station in Nijmegen toen de geallieerden per ongeluk Nijmegen bombardeerden. Beide heren konden na hun dood niet uit elkaar gehaald worden en zijn samen begraven. Zijn weduwe bleef er wonen tot 1952 en had enkele onderhuurders.
In 1950 verkocht de Nederlandsche Hervormde gemeente van Apeldoorn en ’t Loo de villa aan de Veluwse Autobusdienst NV uit Ermelo om hier een kantoor en wachtkamer te realiseren voor een nieuw aan te leggen busstation.
In 1952 werd de villa verbouwd tot kantoor en wachtkamer in opdracht van de V.A.D. naar een ontwerp van de Apeldoornse architect Teunis Gerard Slijkhuis (1908-1993).
Weet u meer over één van de bewoners? Ziet u onjuistheden of heeft u aanvullingen of foto's, laat het weten. info@oud-apeldoorn.nl |

Sophiapark 7 - 9 - 11
Deze foto is gemaakt in ca. 1905/1910 door fotograaf Rutgers van Foto Davo uit Deventer. (Privé collectie)

Sophiapark
De nummers 5 tm 17. In het midden de nummers 9 en 11

Sophiaplein
De nummers 9 en 11. (Coll. B. Meester)

Sophiaplein
De nrs. 7 - 9 - 11 en 13 (Coll. B. Meester)
Sophiapark 13
Oude huisnummers: DD 168 - D 226 - D 53/4
Bouwjaar: 1879
Architect/aannemer: (waarschijnlijk) Casparus Emming
Dit huis is gebouwd in opdracht van Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt zelf. Hij verkocht het huis na de bouw aan Gotfriedt Rücksrath (ook wel Ricksrath genoemd).
Bewonersgeschiedenis:
1879-1892
De eerste bewoners van nr. 13 kwamen in maart 1879. Zij waren de in Frensnandorf (Dld) geboren meester-kleermaker, Gotfriedt Rücksrath (1816-1890) en zijn in Biberich (Dld) geboren (2e) vrouw, Aurelie Elisabeth Louise Damm (1826-?). Zij woonden hiervoor aan de Achterweg (waarschijnlijk een oude benaming voor de Piet Joubertstraat). Bij dit echtpaar zijn diverse mensen inwonend geweest. Wanneer Aurelie precies verhuisde staat niet genoteerd maar het huis bleef in eigendom en werd verhuurd.
1892-1895
Vanaf 10 mei 1892 wonen hier de in Bergen en Henegouwen geboren Johanna Amalia Leicher (1824-1909). Zij was weduwe van de in Nieuwenschans geboren rijksontvanger, Jan Houwing (1819-1979). In 1895 (geen verhuisdatum) verhuisde zij naar de Stationsstraat.
1895-1900
De volgende bewoners kwamen vanuit de Arnhemseweg in 1895 (geen verhuisdatum). Het waren de in Amsterdam geboren Wilhelm Jorius (1824-1900) en zijn eveneens in Amsterdam geboren nicht, Ida Antonia Elisabeth Sjoukes (1847-1934). Na het overlijden van Wilhelm op 3 maart 1900 vertrok de nicht op 15 mei 1900 naar Amsterdam.
1901-1906
Pas op 28 maart 1901 kwamen weer nieuwe bewoners. Het waren de in Delfzijl geboren Gerrit Albers (1849-1914) en zijn in Rotterdam geboren vrouw Jeannetta Bosman (1870-1949). Op 25 september 1901 kregen zij hier een zoon, George Gerardus. Op 8 februari 1906 verhuisden ze naar Dordrecht.
In 1905 verkocht de in Amsterdam wonende ziekenverzorgster, Eleonore Johanna Margaretha Rücksrath (1846-1920) het huis aan de viskweker Jonas Antonius Hasselbach, bewoner van Sophiapark 9. Eleonore was de dochter van Gotfriedt Rücksrath.
Hasselbach liet het huis slopen en liet er een nieuwe villa bouwen naar ontwerp van de architect Frederik Adolf Frowijn (1881-1954) uit de Kanaalstraat. Hij ging hier niet zelf wonen maar verhuurde de villa.
Bouwjaar nieuwe villa: 1906
Architect/aannemer: F.A. Frowijn
1908-1913
De Erica-adressengids 1907-1908 laat geen bewoners zien. In de gids van 1908-1909 staat R. Middelbeek op dit adres vermeld. Het gezin van de in Deventer geboren Rijk Middelbeek (1848-1917) woonde hiervoor aan de Paslaan 27. Rijk was gehuwd met de in Amsterdam geboren Willemina Lanting (1863-1918). Zij hadden één inwonende dochter, de in Deventer geboren Hendrika Belia (1893).
In 1913 overleed huiseigenaar J.A. Hasselbach (bewoner nr. 9) en kwam de villa voor fl. 4.940,- in handen van de in Oldemarkt geboren Jan Uiterwijk (1852-1933). Het huis werd verkocht met huurders. Wanneer de familie Middelbeek precies vertrok naar Bas Backerlaan 1 is niet genoteerd.
1915-1937
In ieder geval woonde eigenaar Jan Uiterwijk (zonder beroep) op 17 maart 1915 (of eerder) op dit adres. De Apeldoornsche Courant laat op die datum zien dat zijn dochter Cornelia Katharina Uiterwijk (1883-19?) vanuit Nederlands-Indië komt inwonen. Cornelia was weduwe van de officier gezondheid K.N.I.L. Theodoor Johan France (1883-19?).
Jan Uiterwijk was gehuwd met de in Den Helder geboren Trijntje Snooij (1859-1918) en was oud-hoofdmachinist van de Nederlandsche Stoomvaart Maatschappij.
Na het overlijden van Jan op 9 april 1933 blijft dochter Cornelia nog twee jaar wonen en vertrekt ze op 8 mei 1935 naar Honolulu waar ze op 15 februari 1936 hertrouwde met de in Beverwijk geboren Amerikaan, Jack Drew (1872-19?). Op 20 mei 1936 keren ze samen terug naar Sophiapark 13.
In de Nieuwe Apeldoornsche Courant van 29 januari 1937 is te lezen dat de villa geveild gaat worden:
‘’Notaris van Drimmelen zal op Woensdagen 10 en 24 Februari a.s., telkens des namiddags te 2 uur, in het Notarishuis, bij inzet veilen, ten verzoeke van den Heer en Mevrouw DREW-Uiterwijk: VILLA met steenen schuur en tuin met vruchtboomen, groot 7.15 A., mooi gelegen bij het Station en de R.K. Kerk aan het Sophiapark 13. Beneden: 3 inloopende kamers, badkamer en zolder. Het huis is voorzien van waterleiding, gas en electra en heeft vaste wastafels met warm- en koud water. Het bad met electrische boiler is in den koop inbegrepen.
Aanvaarding in bezit en genot na betaling, 1 April a.s. of in overleg eerder. Bezichtiging Dinsdags- en Donderdagsnamiddag van 2 tot 4 uur’’.
Op 12 februari 1937 meldde notaris van Drimmelen in de Nieuwe Apeldoornsche Courant dat de villa uit de hand was verkocht. Op 6 maart 1937 vertrok het echtpaar Drew naar Californië.
1937-1941
Op 22 maart 1937 kwamen weer nieuwe bewoners. Het waren de in Amsterdam geboren Hendrik Jan Druijff (1873-19?) en zijn in Weimar (Dld) geboren (2e) vrouw Martha Mathilde Rüterbusch (1893-19?). Inwonend was de kleinzoon van Martha. Hij was de in Berlijn geboren Peter Rüterbusch (1938). Op 8 februari 1939 verhuisde hij weer naar Duitsland.
In de Nieuwe Apeldoornsche Courant van 12 augustus 1940 is te lezen dat wegens overtredingen van de bepalingen op de lichtdoving de laatste (schriftelijke) waarschuwing werd verzonden aan (o.a.) H.J. Druijff, Sophiapark 13. In 1941 verkocht Druiff aan een zekere Hendrik Ruijs.
1941-1965
Vanaf 1941 woonde hier Hendrik Ruijs. Hij was aannemer/directeur Wegenbouw. Of hij hier alleen woonde of met een gezin is (nog) niet bekend. Hendrik Ruijs heeft hier tot 1965 gewoond. In dat jaar verkocht hij aan de Veluwse Autobus Dienst (VAD).
In 1966 is dit huis (samen met de nrs. 15 en 17) opgegaan in een kantoorgebouw voor de VAD.
Weet u meer over één van de bewoners? Ziet u onjuistheden of heeft u aanvullingen of foto's, laat het weten. info@oud-apeldoorn.nl |

Sophiapark 13
Fragment uit de bouwtekening van het vernieuwde huis in 1906. Van het eerste huis is (nog) geen afbeelding gevonden.

Sophiapark 13
Geheel rechts is nog net een gedeelte van nr. 13 te zien.
Sophiapark 15
Oude huisnummers: DD 169 - D 225 - D 53/3
Bouwjaar: 1878
Architect/aannemer: (waarschijnlijk) Casparus Emming
De grond voor Sophiapark 15 werd in 1878 door William Burck gekocht van Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt.
Bewonersgeschiedenis:
1878-1881
Eerste bewoners waren de in Monnikendam geboren dr. William Burck (1848-1910) en zijn in Oegstgeest geboren vrouw, Deliane Jannette Ziegeler (1854-1900). Zij kwamen hier na hun trouwen op 10 juli 1878 wonen. Dit echtpaar kreeg hier één zoon, William Johannes (1879).
William Burck was per 1 september 1877 aangesteld als leraar scheikunde en natuurlijke historie aan de koninklijke HBS aan de Vijverlaan (nu Jhr. mr. G.W. Molleruslaan). Zijn salaris bedroeg fl. 1.800,- per jaar.
William Burck kreeg eervol ontslag bij de HBS vanwege een benoeming tot adjunct-directeur van de Plantentuin te Buitenzorg in Nederlands-Indië. Op 31 maart 1881 verlieten zij Apeldoorn. De villa was verkocht aan Berend Jan van Enst.
1881-1889
Op 13 april 1881 kwamen de nieuwe eigenaren. Het was het gezin van de in Dalfsen geboren Berend Jan van Enst (1824-1887) en zijn in Zwollerkerspel geboren vrouw, Gesina Tenthof (1817-1888). Van Enst was opzichter en hiervoor timmerman/aannemer in Zwolle. Vanaf 9 februari 1884 kwam vanuit Heerde hun in Apeldoorn geboren kleinzoon, Berend Jan van Enst (1872) inwonen. Na het overlijden van zijn grootouders ging Berend Jan naar zijn ouders die aan de overkant woonden op nr. 8. De familie Van Enst was eigenaar van nr. 15 en bleef dat in ieder geval tot 1963.
1889-1892
Vanuit Kampen kwamen op 25 april 1889 twee zussen. Het waren de in Olst geboren Maria Wilhelmina Henriëtta Noordhoek Hegt (1823-19?) en haar in Oldenzaal geboren zuster Catharina Johanna Laurentia (1829-19?). Geen datum van vertrek gevonden.
1892-1893
In 1892 woonden hier de in Rotterdam geboren Pieter Weiland (1847-1894) en zijn in Sint Maartensdijk geboren vrouw, Catharina Rijnberg (1845-1919). Zij hadden twee inwonende dochters, de in Rotterdam geboren Cornelia Maria (1871) en de in Apeldoorn geboren Maria Johanna Wilhelmina (1882). Hiervoor woonden zij in Sophiapark 4. Op 27 maart 1893 verhuisden ze naar Rheden.
1893-1895
Op 1 mei 1893 kwam vanuit Amsterdam de in Amsterdam geboren Johanna Elisabeth Maks (1853-19?). Zij woonde hier alleen met een dienstbode die ook meeverhuisd was vanuit Amsterdam. Johanna was weduwe van de in Rotterdam geboren koffiehuis-houder Jan Weerman (1850-1985). Op 30 april 1895 vertrok Johanna weer terug naar Amsterdam.
1895-1902
Vanaf 6 mei 1895 woonde hier de in Hattem geboren Berendina Anna Maria Gesina Pennink (1847-1902). Berendina was weduwe van de in Amsterdam geboren Eduard Wessel Tack (1848-1896).
Inwonend waren de in Amsterdam geboren Wilhelmina Johanna Jeanetta Versteeg (1880-19?) en vanaf 27 december 1900, de in Berlijn geboren verpleegster, Johanna Rosina Emilie Seiler (1851-1940). Na het overlijden van Berendina op 13 februari 1902 verhuisden de inwonende dames naar Den Haag.
1902-1905
Op 30 augustus 1902 kwam vanuit Tietjerksteradeel de in Odoorn geboren Wilhelmina Anna Lieftinck (1843-1917). Zij was weduwe van Maarten Jelle Zijlstra (1840-1902). Zij woonde hier met haar in Harlingen geboren dochter, Hemmina (1872). Op 25 april 1905 verhuisden ze naar Teteringen.
1905-1913
Vanuit Borculo kwamen op 24 mei 1905 nieuwe bewoners. Het was het gezin van de in Borculo geboren Marinus Johannes van ’t Kruijs (1874-1950) en zijn eveneens in Borculo geboren vrouw, Johanna Gerharda Marsman (1875-1953). Ze hadden één inwonende zoon, de in Apeldoorn geboren Marinus Johannes Jr. (1910-1949). Van ’t Kruijs was reiziger in manufacturen maar ook vennoot van de ,,Eerste Nederlandsche Elastiekband-Fabriek’’, gevestigd te Apeldoorn.
In 1913 kocht Van ’t Kruijs, Sophiapark 9 en verhuisden ze een paar huizen terug.
1913-1915
Tussen 1913 en 1915 geen bewoners gevonden
1915-1922
Vanaf 20 oktober 1915 kwam vanuit Gouda de in Raalte geboren Gerrit Waanders. Hij was rustend priester. Op 26 mei 1922 verhuisde hij naar Brummen.
1922-1963
Vanuit Sophiapark 8 kwam op 14 september 1922 de in Hattem geboren handwerk-onderwijzeres, Gesina van Enst (1873-1963) hier te wonen. Haar grootouders hadden hier van 1881 tot 1889 gewoond en dit huis was nog altijd in familiebezit. Inwonend was haar nichtje, de in Apeldoorn geboren nijverheids-onderwijzeres, Hendrina de Wekker (1907-1960).
In 1963 kwam het huis in handen van Hendrina de Wekker die het datzelfde jaar weer verkocht aan de Veluwse Autobusdienst.
1963-1966
Hoe het na 1963 verlopen is met eventuele bewoners is mij niet bekend maar in 1966 is dit huis (samen met de nrs. 13 en 17) gesloopt voor een nieuw kantoorgebouw van de Veluwse Autobusdienst (VAD).
Weet u meer over één van de bewoners? Ziet u onjuistheden of heeft u aanvullingen of foto's, laat het weten. info@oud-apeldoorn.nl |

Sophiapark 15
(Coll. B. Meester)
Sophiapark 17
Oude huisnummers: DD 170 - D 224 - D 53/2b
Bouwjaar: 1881
Architect/aannemer: C. Emming
De grond voor dit huis kocht de aannemer Casparus Emming in 1881 van Van der Houven van Oordt. Hij zette daar hetzelfde jaar een huis op wat hij verhuurde. In 1889 verkocht hij het aan Otto Hinderikus Savenije.
Bewonersgeschiedenis:
1881-1889
Eerste bewoners waren de in Den Haag geboren Willem Frederik Hendrik Wunderlich (1852-1920) en zijn eveneens in Den Haag geboren vrouw, Carolina Jansen (1853-1939). Dit echtpaar had één inwonende zoon, Willem (1880) en hun tweede zoon Adolf werd hier in 1883 geboren. Wunderlich was per 1 september 1879 aangesteld als leraar geschiedenis en aardrijkskunde aan de koninklijke HBS aan de Vijverlaan (nu Jhr. mr. G.W. Molleruslaan). Hiervoor was hij hulpleraar aan de school der Waalsche Gemeente te Den Haag. In 1889 verhuisden ze naar de Asselsestraat.
1889-1941
Vanuit Veendam kwamen op 3 april 1889 nieuwe bewoners. Het was het gezin van de in Veendam geboren Otto Hinderikus Savenije (1827-1894) en zijn in Oude Pekela geboren vrouw, Lucretia Helena Johanna de Hosson (1834-1914). Inwonend waren drie in Veendam geboren dochters, Lebuina Thecla Maria (1862-1952), Tecla Anna (1866-1921) en Elizabeth Henrica (1868-1960).
Na het overlijden van hun ouders bleef Elizabeth wonen.
In 1921 liet Lebuina het huis verbouwen, er kwam een verdieping bij op. Het ontwerp kwam van J.W. Wassink, een timmerman uit de Sophialaan 11.
Na de verbouwing kwam Lebuina weer terug, zij was inmiddels weduwe geworden.
Rond 1940 woonde Elizabeth aan de Arnhemseweg 13. In februari 1941 verkocht Lebuina het huis voor fl. 7.725,- op een veiling en verhuisde ook zij naar de Arnhemseweg 13.
1941-1952
De nieuwe eigenaar van het huis woonde aan de Arnhemseweg 515 in Beekbergen en was Jan Willem Wolters, hoofdopzichter bij de Heide Mij. Kort daarna was het huis in handen van de Duitse bezetter die hier het bureau ,,Ortskommandantur’’ gevestigd hadden.
De Ortskommandantur was het plaatselijk hoofdkwartier van de Wehrmacht en werd in Nederlandse steden gevestigd voor het toezicht op de inkwartieringen van Duitse militairen en de organisatie van het vorderen van roerende en onroerende goederen ten behoeve van Duitse Wehrmacht.
Na de oorlog was het huis nog altijd van Wolters en in gebruik als kantoor van Centraal Beheer. In 1952 verkocht Wolters het huis aan de Gemeente Apeldoorn.
In 1966 werden de nrs. 13, 15 en 17 gesloopt om plaats te maken voor een kantoorgebouw in opdracht van de Veluwse Autobus Dienst (VAD).
Weet u meer over één van de bewoners? Ziet u onjuistheden of heeft u aanvullingen of foto's, laat het weten. info@oud-apeldoorn.nl |

Sophiapark 17
Het villaatje op de hoek met de Sophialaan. (Coll. B. Meester)
![]() |
(Ver)bouwtekening (1921-0568) van Sophiapark 17 m.b.t. de verbouwing in 1921 in opdracht van de dames Savenije. (Coda-archief) -Klik op de afbeelding voor een vergroting- |

Sophiapark 17
Optocht van de Loodgieters- en Fitters Patroonsvereeniging in 1936 voor Sophiapark 17. (Foto: Coll. CODA)